Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat hij uitspeurt op de bergen, is zijn weide; en hij zoekt allerlei [27]groensel na. 26. Hebreeuws, de uitspeuring, of het uitgespeurde der bergen; dat is hetgeen hij steeds zoekt op de bergen, als gras en andere groenigheid, is zijn voedsel. 27. Dat is, groen kruid, dat in het wild wast.